De kunst van het twijfelen

Vertwijfeling. Dat komt zo af en toe. Dat gaat ook weer weg. Dat weet ik. Dat vertel ik mijn lijf zo af en toe: “Heb vertrouwen. Ik besta dus je hoeft je niet te bewijzen. Je mag fouten maken. Zolang je maar in beweging blijft. Tussen de rusten door. Op en neer. Volume harder en dan weer zachter.”.

Hier word ik vredig van. Van zulke woorden, verteld door mijn hoofd aan mijn lichaam. Merkwaardig toch. En dat dat werkt! Op een of andere manier. En ook met andere woorden. Ook omgekeerd. Met ‘negatieve‘ woorden ongewenste gevoelens opwekken. Dat kan ik ook heel goed. Als de beste. Zelfs makkelijker dan met goede woorden.

Er wordt enorm veel theorie verkondigd en truken van de foor: de verbinding tussen lichaam en hoofd die zo af en toe niet meer in verbinding zouden staan. Ik snapte daar lang niks van. Nog altijd begrijp ik daar niet veel van. Laat staan dat ik hier waarheden over kan rond bazuinen – wat een leuk woord bazuin. Ik zocht dat op. Blijkt dat ik dat al bijna 20 jaar speel. Ik sta er met mijn mond vol tanden mee. Maar dit terzijde, terug naar lichaam en geest.

Hoe geef ik daar woorden aan: wanneer mijn lijf de ene kant opgaat en mijn hoofd de andere kant op wil. Alsof er dan een soort kracht is in mij: bijvoorbeeld dat ik in plaats van te schrijven en te werken, begin te scrollen op mijn gsm. Mijn hoofd wil dat niet maar het gebeurt automatisch.

Wil mijn hoofd dat niet? Is dat zo eigenlijk? Een geniepig stemmetje komt mij even influisteren dat het wel makkelijk is om zo mijn verantwoordelijkheid af te schuiven op mijn lichaam. “Het was ik niet hoor, het was mijn lichaam.” Is dat niet heel kinderachtig?

Maar toch ervaar ik mijn emoties die mij doen in actie schieten. Zoals bij die vertwijfeling, ik niets ga doen. Bang zitten wezen voor reacties. Of net geen reacties krijgen. Dat niemand mijn werk ziet. Mijn lijf weigert dienst. Omdat mijn hoofd oordeelt dat er vanalles gaat kunnen gebeuren als ik het toch zou doen. Oh, daar is die verbinding! Ik ben dus inderdaad beter met negatieve oordelen dan met kunstmatig juiste woorden tegen mijn lijf te praten.

Dat is toch wonderlijk zo allemaal. Van truken van de foor gesproken.