Deze nacht zat ik op café in Londen. En terwijl wij daar met een bendeke aan tafel zaten viel het me op dat het binnen nogal op een oud Belgisch café leek. Met houten lambrisering en een versleten houten toog. Ge hebt er zo nog een paar in Brussel. Enfin, komt er daar plots een jonge vrouw naast mij staan en begint een ijzeren poot van onze tafel in het fel groen te schilderen.
Nu goed, wij babbelen er daar op los tussen pot en pint. Na een hele poos zie ik dat ze wil stoppen met verven. Er is zowat 20 centimeter van een ijzeren tafelpoot geschilderd. En meteen zag ik een enorm aantal verfdruppels op mijn broek. Die had ik net een paar dagen geleden gekocht! Hoe kon ze dat nu hebben gedaan? Dat is toch niet opletten van haar! Ik zeg daar iets van, in mijn beste Engels, maar ze reageert amper en gaat gewoon weg. Ik sta daar met mijn mond vol tanden te kijken, maar besluit er toch een punt van te maken en haar achterna te lopen om hier toch iets van te zeggen. Ze kan op zijn minst die broek vergoeden. Dat lijkt met het rechtvaardigst.
Het café is redelijk vol, mensen staan zelfs recht, maar ik zie haar nergens meer. Dus besluit ik om haar buiten te zoeken. Ik stap de deur uit en bevind me op een soort gracht met grote bomen langs. En veel fietsen geparkeerd. Zo een beetje gelijk in Amsterdam. Dat café staat op een kruispunt, dus ik kijk alle kanten uit maar zie haar nergens. Ik kies willekeurig een richting en begin te lopen. Van de ene gracht naar de andere, amper tijd om de omgeving te zien. Het is daar nochtans schoon met die bomen en de zon die door de bladeren heen schaduwen projecteert op de betonnen klinkertjes.
Na een tijd begint het me te dagen dat ze ontsnapt is. Ik keer dan maar terug naar het café en stap via de achterdeur binnen. Staat ze daar met een hoop vriendinnen te lachen onder elkaar. Enfin! Dat is nu toch niet mogelijk. Ik daar naartoe en wijs naar de vlekken op mijn broek. Tientallen groene en rode verfdruppels. Ik confronteer haar daarmee, maar ze wimpelt het af. Een hele discussie, ik zal hier alle woorden maar besparen, tot op het laatste moment ze gewoon zegt dat het niet van haar is (terwijl haar handen vol met verfspatten zijn!). Dat is toch durven! En zo schaamteloos! Ik voelde me verontwaardigd!
Ik kon toch moeilijk de politie bellen? En in Engeland, geen idee hoe dat juridisch in elkaar zit om dit op te lossen. Ik ben dan maar naar de cafébaas gelopen om dat te expliqueren, maar die lachte mij vierkant uit! “Dat is het leven nu eenmaal, wat had je anders verwacht?” zei em, en liep weg. Ondertussen was het buiten al aan het schemeren. Ik ben daar kweetnie hoeveel uur mee bezig geweest en stond daar met een kapotte broek, waarschijnlijk voor de vuilbak. En met lege handen want niemand wilde hun verantwoordelijkheid opnemen.
Het enige wat ik kon bedenken was met AI de ratings van dat café op de socials naar beneden halen. Dat heb ik dan ook maar gedaan. En ook het schildersbedrijf van die jonge vrouw heb ik gelijkaardig aangepakt. Hun webpagina’s heb ik gebombardeerd met negatieve reviews. Het duurde niet lang of ze dat door hadden, want het café begon leeg te stromen – wie wil er nu op café gaan waar de reviews zo bar slecht zijn? De jonge vrouw en de cafébaas kwamen beteuterd naar mij, maar ik trok gewoon mijn schouders op en zei “Dat is het leven nu eenmaal, wat had je anders verwacht?”
En toen werd ik wakker en mijn eerste gedachte was: maar zo’n wraakactie dat ik hier nam. Dat voelt intuïtief zo juist aan in mijn droom. Maar zo tegen-intuïtief als ik nu wakker ben.
Ik heb daar nog lang over nagedacht, over die droom van mij. Je hebt zo van die dromen die blijven plakken. Vaak heb ik dat niet, maar deze was er zo eentje. Enfin, wat mij opviel is hoe snel een klein voorvalletje kon uitgroeien tot een buitenproportionele obsessie.
Ik heb daar eerst dat café verlaten, ben de hele buurt gaan afschuimen, ben dan teruggekeerd om die vrouw te confronteren, en uiteindelijk zelfs wraak genomen door hun ratings naar beneden te halen. Ik zou niet weten hoe ik dat moet doen eigenlijk, maar wat bezielde mij? Ik moet denken aan een zin van de boeddha “Wrok is jezelf vergiftigen en hopen dat de ander zal sterven.” Die verfdruppels hebben niet alleen mijn broek aangetast, maar ook mijn hele avond. Terwijl de feiten al lang voorbij zijn.
Het frappantste vind ik dat moment waarop ik dacht: “Ze kan op zijn minst die broek vergoeden. Dat lijkt me het rechtvaardigst.” Zo begint het dus, met een “rechtvaardig” oordeel. En voor je het weet, zit je midden in een spiraal van verontwaardiging en wraakzucht. De ironie is natuurlijk dat ik op eindig met het gedrag dat ik zelf veroordeel. Zo gaat dat met wrok.
Achteraf gezien was mijn slotreflectie misschien wel het belangrijkst: “Maar wat deed ik daar allemaal om van dat oordeel van onrechtvaardigheid af te komen?” Dat is eigenlijk waar volwassen worden begint, niet? Bij het beseffen van mijn eigen reactiepatronen. In plaats van mij te bevrijden van dat gevoel van onrechtvaardigheid, heeft die wraak mij er juist dieper in verstrikt.
Die verfdruppels op mijn broek – ze zijn eigenlijk een perfect symbool voor die “giftige en toxische verhalen” die we in onszelf laten voortwoekeren, lang nadat de feiten voorbij zijn.
Dat wakker worden op het einde van mijn droom is eigenlijk een schone metafoor, als ik erover nadenk. Het is zoals ontwaken uit die automatische reactiepatronen en kiezen hoe je wilt reageren op wat je overkomt. Je kunt blijven rondzwemmen in die wrok, of accepteren wat er is gebeurd, een ander verhaal verzinnen over de feiten (“een grappig accident” in plaats van “onrechtvaardigheid”), mijn reactie in proportie houden, opstaan en verder gaan met het leven.

Photo by Filip Mishevski on Unsplash