Wilskracht. Ik heb mijn twijfels over dat concept. Ik geloof er niet echt meer in… Terwijl discipline consistent gedrag en routines volgen is, is wilskracht een soort van ‘kracht’ om al de afleidingen te weerstaan.
Wilskracht helpt je om een moeilijke taak te starten, terwijl discipline je helpt om die taak dag na dag vol te houden. Dan vraag ik me af: ook al heb je er geen goesting in?
Ik vind beide concepten, naar mate dat ik hier op deze planeet vertoef, veel minder toepasbaar in mijn leven. Want het lijkt alsof ik hiermee de dingen die ik echt niet graag doe, ‘gewoon’ zou kunnen uitvoeren en nog eens volhouden. Alsof ik een pinguïn zou kunnen zijn die zijn ei moet uitbroeden op een tropisch strand.
Het einde van wilskracht
Dr. Roy Baumeister, een psycholoog van de Florida State University, kwam in de jaren ’90 tot de conclusie dat zelfs als je echt iets wil of goede bedoelingen hebt, je op den duur aan het kortste eind gaat trekken als er alle soorten verleidingen op je pad komen (klassiekers als eindeloos scrollen, Netflixen, nog maar eens een koffie drinken, enz…). Je hebt als mens een eindige hoeveelheid wilskracht ter beschikking die uitgeput kan raken bij continu gebruik. Met andere woorden, wat je ook doet, langzaam maar zeker ga je geen weerstand meer kunnen bieden aan al die afleidingen.
Mijn ervaring is dat ik teksten zoals deze meestal gezwind in de morgen kan neerpennen, maar naarmate de dag vordert ik langzaam maar zeker alle soorten afleidingen toelaat of zelfs opzoek – ik ga eens mijn LinkedIn openen om te kijken of er nog iemand gereageerd heeft op mijn bericht… en BAM, ik ben vertrokken. Wellicht herkenbaar voor velen. Maar die vlieger gaat niet altijd op, want ik ben soms zo enthousiast over mijn werk dat ik doorga (en op het overdrevene af, maar dat is een onderwerp voor andere uiteenzetting)
Baumeister trok de conclusie dat je wilskracht zoals een spier kon verbeteren. Je zou het beheersbaarder kunnen maken door bijvoorbeeld kleine routines in te bouwen of het werk te verdelen over meerdere momenten. Dus als strategie om een eind verder te komen: een goed plan opstellen en je taak in stukjes kappen (en gezond te eten en meermaals te sporten en voldoende te slapen… je kent deze drill wel… ). Dat ruikt al een beetje naar discipline.
Overpeinzing
Ik vraag me af, als ik het een beetje karikaturaal neerzet voor de beeldvorming, of professoren en wetenschappers die constant in de boeken zitten dan ook hun wilskracht ‘verliezen’? Ik ken toch mensen die zeer lang kunnen doorgaan. Bijvoorbeeld bepaalde schrijvers of zelfs collega’s die de hele dag zeer geconcentreerd diep aan het werken zijn. Hoe zit het met hun afleidingen? En waarom ben ik soms wel gemotiveerd, ondanks de afleidingen, en andere keren totaal niet?
Wie gemotiveerd is, vindt altijd een manier. Wie niet gemotiveerd is, vindt altijd een excuus.
Dan kom ik uiteraard op het punt van uitstelgedrag. Vaak als ik iets MOET uitvoeren met als motivatie een of andere maatschappelijke of sociaal ‘aanvaarde’ reden – of zeg maar druk, of nog erger: controle, dan doe ik er alles aan om daar vanaf te geraken. Met afleidingen dus – ik kan hier voor de show zeggen dat ik afgeleid word, maar dat is een leugen: ik kies ervoor. Maar wanneer het echt niet anders kan omdat er een deadline zit aan te komen voer ik het ternauwernood wel uit, zo’n doorzetter ben ik dan wel.
En toch zijn er taken die ik met veel plezier en energie afwerk, zelfs weken voor de deadline verstrijkt. Omdat ik daarvoor gemotiveerd ben. Alleen als ik iets niet leuk vind komen mijn geniepige stemmetjes op de proppen – in het leven heb je vaak geen andere keuze om het gewoon te doen, het hoort erbij! Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Niet alles in het leven is even leuk en gezellig, maar ik ken mensen die al jaren klagen over hun lastige taken… en daarmee de keuzes die ze gemaakt hebben lang geleden (dat laatste is dan een oordeel van mij). Hoe lang kun je iets volhouden?
Wanneer ben ik dan consistent en enthousiast bezig aan mijn taken? Als die passen in mijn eigen verhaal en waarden. Mijn eigen redenen dus. Dat ik een taak doe, zoals deze tekst schrijven, in functie van een toekomstbeeld waar ik naartoe wil in deze wereld, in dit leven. Ik heb een richting waar ik naartoe ga (mensen coachen zodat ze echt veranderingen gaan bewerkstelligen) en deze taak past daar geweldig goed in. Zelfs al ben ik nog niet zo vaardig of is het een taaie of saaie aangelegenheid, dan nog ben ik in staat om die uit te voeren zonder al te veel afleiding.
Tot deze conclusie kwamen ook Richard Ryan en Edward Deci, sociaal psychologen van de Universiteit van Rochester en als antwoord Baumeisters wilskracht (The Science of Procrastination Revisted: Researchers Rethink Willpower – Cal Newport).
Enkele aanbevelingen om uitstelgedrag af te zwakken, naar inspiratie van Cal Newport (professor Universiteit Georgetown) en Gerbert Bakx (arts, psychotherapeut en filosoof):
- Men handelt altijd vanuit eigen waarden en een eigen verhaal (ook als men iets doet ‘voor anderen’ doet men dat om de eigen redenen). Richt je leven en werk daarom zoveel mogelijk in met vrij gekozen en oprechte interesses waar je enthousiast van wordt, kortom van wat je motiveert.
- Bij elke grote verplichting waarvan je het gevoel hebt dat er een MOETEN aan vastzit kun je jezelf de toestemming geven om ervan weg te lopen!
- Wees voorzichtig met het goedbedoelde advies ‘je moet een bepaald pad volgen om succesvol te zijn’.
- Maak tijd vrij die nodig is om erachter te komen wat belangrijk voor jou is (en wat niet). Zonder echte waarden zal bijna elke activiteit willekeurig zijn of geforceerd worden door externe en maatschappelijke redenen.
- Laat ruimte open in jouw agenda zodat je regelmatig willekeurige, interessante kansen en opportuniteiten kunt nastreven wanneer ze zich voordoen.
En wat met discipline?
Ik heb ook een soort van levensstijl die bij mij past en mij motiveert in vele uren van studie, ononderbroken concentratie én plezier: op het ogenblik dat ik met niets anders bezig ben dan met die bijdrage of project, als een soort monnik in een klooster, dan kom ik vaak in een soort flow. Ik verander daarom soms mijn omgeving. Ik heb natuurlijk geen kloostercel ter beschikking, maar zo kruip ik geregeld ’s ochtends op een trein om ongestoord te werken. Om mij af te zonderen.
Als er jengelende toeristen aan boord komen zet ik mijn kopteledinges op met ruisonderdrukking en speel ik ruis af (ge kunt dat niet serieus uitleggen).
Het is hoe het voor mij vaak werkt. Hoe geconcentreerd werk voor mijn 8 miljard andere soortgenoten werkt weet ik natuurlijk niet.
Hier zit een soort van routine in, of ritueel dat zorgt dat ik minder wilskracht nodig heb voor al die afleidingen. Dat klinkt voor mij ook versterkender dan het meer militaire discipline. Maar het punt is hier dus ook: waarom zou ik discipline aan de dag moeten leggen voor de grote dingen in mijn leven waar ik echt niet (meer) enthousiast over ben? Daar heb ik toch een keuze om te zeggen: neen, ik doe hier niet meer aan mee, want het past niet in mijn verhaal, ook al gaat het in tegen de verwachtingen en geplogenheden van anderen (en vaak ook mijn geniepige stemmetjes die van me alles influisteren om mijn ‘zekerheden’ niet kwijt te raken).
En ja ik modder soms wat aan. Dat wordt nogal eens vergeten als mensen alleen maar naar de buitenkant kijken, naar de zogenaamde resultaten. Maar ik ben hier nog niet op uitgedacht. Het is niet eenvoudig om hierover te schrijven dat voor iedereen toepasbaar zou zijn, maar misschien is er hier en daar wat inspiratie voor jou bruikbaar bij het vormen van jouw verhaal.
Wat is het belangrijkste inzicht dat jij meeneemt uit deze nieuwsbrief? Durf jij bepaalde andere keuzes maken? Of vinden die geniepige stemmetjes daar van alles van?
Ik lees graag je reactie. Dat kan ook via coach@peterblanckaert.be.
Ik schreef trouwens een vervolg op deze post met enkele voorbeelden uit mijn leven: wilskracht (2)